alsmaar ophogen van de dosering HST… slecht idee!

Alsmaar verhogen van de dosering HST vanwege het uitblijven van positief resultaat en/of het ontstaan van bijwerkingen komt vaak voor. Maar er zijn veel redenen om dat niét te doen. Een ervan is deze. Als receptoren al bezet zijn door synthetische ‘hormonen’ of door fyto- of xeno-‘oestrogenen’, kunnen bio-identieke hormonen zich niet goed binden aan voldoende receptoren. Ze zijn immers niet vrij.

Waarom is het alsmaar verhogen van de dosering van HST, vanwege het uitblijven van positief resultaat en/of het ontstaan van bijwerkingen, een slecht idee?

Wat gebeurt er bijvoorbeeld als (een groot deel van) de receptoren al bezet zijn?

Als oestrogeen- of progesteronreceptoren al bezet zijn door synthetische ‘hormonen’ of door fyto- of xeno-‘oestrogenen’, kunnen bio-identieke hormonen zich niet goed binden aan voldoende receptoren. Ze zijn immers niet vrij. Dat kan een reden zijn dat HST weinig of geen effect kan hebben. Ondanks goede tot zelfs hoge bloedwaarden, blijf je symptomen behouden en komen daar vaak extra bijwerkingen bij.

Bloedwaarden geven niet aan wat er op cellulair niveau gebeurt. Dit is in de eerdere artikelen met vragen en misverstanden over bio-identieke hormonen al uitgebreid aan de orde gekomen.

Hoge bloedwaarden kunnen misleidend zijn bij het gebruik van bio-identieke hormonen. Onder andere receptorbezetting, weinig receptoren een lage receptorgevoeligheid en de aanwezigheid van fysieke of mentaal-emotionele stress, kan zorgen voor verminderde effectiviteit van je eigen hormonen of HST en dit is een bekend fenomeen in functionele geneeskunde en hormoontherapie, of zou dat moeten zijn.

Meer is dan niet beter. Het gaat er niet om hoeveel hormonen aanwezig zijn, maar of je lichaam ze kan opnemen, benutten, reguleren, afbreken en afvoeren.

Ophogen van HST zonder functionele werking heeft geen zin en kan averechts werken. Die hoge bloedwaarden moeten ergens blijven als ze niet de cellen in kunnen. Ook ophogen terwijl bepaalde klachten verbeteren en andere juist verslechteren, is een signaal dat verder ophogen een slechte keuze is en er blijkbaar factoren zijn die aandacht nodig hebben.

Welke bloedwaarde kun je met 1 pompje oestrogel behalen. En wat betekent dat?

Oestrogel (of estrogel) is een via de huid opgenomen gel met bio-identieke oestradiol. 1 pompje oestrogel (ongeveer 1,25 gram gel) bevat 0,75 mg daarvan. 1 pompje zal leiden tot een meetbare stijging in het bloed, maar de exacte waarde is afhankelijk van veel factoren. De richtlijn uit studies en de praktijk geeft aan dat 1 pompje oestrogel per dag een verhoging van de gemiddelde bloedwaarde van ongeveer 100 tot 150 pmol/L kan opleveren. Dit ligt laag binnen de gemiddelde vrouwelijke referentiewaarden in een vruchtbare maandcyclus (meestal 150–600 pmol/L).

Maar zegt deze waarde wel iets? Ja en nee. Het laat zien dat je lichaam het opneemt en dat er een fysiologisch effect is. De bloedwaarde zegt echter niets over het klinisch effect in de cellen. Een meting is bovendien altijd een momentopname. In de fase van de perimenopauze kunnen hormonale schommelingen groot kunnen zijn en dat heeft gevolgen voor hoe je bloedwaarden mag interpreteren.

Wat zijn ‘normale’ eigen oestradiolwaarden in de perimenopauze?

In de perimenopauze beginnen de ovariële functies weliswaar af te nemen, maar tegelijkertijd zie je vaak sterk wisselende oestradiolwaarden. Zonder hormoontherapie kunnen waarden er als volgt uitzien.

cyclusfase / levensfase

oestradiol (pmol/L)

Vroege folliculaire fase

100 – 250

Pre-ovulatie

400 – 1.000+

Luteale fase

200 – 600

Perimenopauze

50 – 600+ (schommelt sterk, tot 3000!)

Postmenopauze

<70

*alle waarden in de tabel en in de tekst hieronder zijn in pmol/L

In de perimenopauze kun je op een willekeurig moment dus een lage waarde van 50 meten of een hogere waarde 600, wanneer er toevallig een piek is. 1 pompje oestrogel kan je waarde ongeveer verhogen met 150 en dat komt bovenop je eigen waarde. Maar wanneer je relatief actief oestradiol produceert, komt de waarde van dat pompje oestrogel er ook bovenop.

Oestradiolwaarden kunnen volstrekt anders zijn, wanneer je verschillende vrouwen vergelijkt. Gedeeltelijk is dat genetisch bepaald en gedeeltelijk komt dat door interne en uitwendige invloeden. In de perimenopauze kan een vrouw zonder HST gemakkelijk een veel hogere waarde hebben dan een vrouw mét HST. Dát is hoe uniek en verschillend we zijn.

Onze eigen oestradiolwaarden zijn afhankelijk van veel factoren. Praktisch betekent dat

  • in de perimenopauze liggen eigen oestradiolwaarden gemiddeld tussen 50 en 600, maar dit schommelt per moment.
  • 1 pompje Oestrogel kan daarbovenop ongeveer 100–150 toevoegen.Een gemeten oestradiolwaarde zegt weinig zonder te kijken naar de symptomen.
  • In de perimenopauze kunnen oestradiolpieken verrassend hoog zijn, soms zelfs hoger dan in een normale ovulatiecyclus. De eierstokken produceren wel oestradiol, maar onregelmatig en chaotisch, wat kan leiden tot extreme pieken en dalen.

Hoe hoog kan je eigen 17β-oestradiol pieken in de perimenopauze?

Uit studies en klinische observaties blijkt dat eigen piekwaarden gemiddeld met gemak boven de 2000 kunnen uitkomen en er worden zelfs eigen waarden van 3000 (of meer) gezien. Dit is vooral het geval in de fase waar de ovariële functie nog actief maar onvoorspelbaar is.

De negatieve feedbackmechanismen werken minder soepel. Daardoor worden pieken niet goed geremd, wat kan leiden tot veel oestradiolproductie in korte tijd. Deze pieken zijn vaak grillig en kortdurend (een of enkele dagen), waarna de waarde weer scherp daalt, wat veel vrouwen voelen als een flinke hormonale crash, met extra heftige opvliegers, stemmingswisselingen, migraine, slaapproblemen en andere klachten.

Eigen waarden kunnen in de perimenopauze ook in een relatief rustige situatie ruim boven de 400 uitkomen en waarden tot 1500–2000 zijn bij natuurlijke fluctuaties vrij normaal.

Dit legt uit dat het hebben van overgangsklachten tijdens de peri-menopauze ingewikkelder ligt dan alleen maar ‘veel te laag’ oestradiol.

Dit is precies de kern van waarom hormoontherapie in de perimenopauze zo subtiel en persoonlijk moet worden afgestemd.

Twee (van veel meer) scenario’s zijn de volgende.

  • Als je eigen oestradiol gemiddeld laag vult laaggedoseerd oestrogel een tekort aan, stabiliseert je hormoonspiegel waardoor schommelingen afnemen, brengt je feedback systeem tot rust, verminderen klachten en ontstaat fysiek, mentaal en emotioneel meer ontspanning en rust. Laaggedoseerd werkt dan vaak vrij snel positief en regulerend.
  • Als je eigen oestradiol gemiddeld minder laag is én hoge piekwaarden heeft komt oestrogel daar nog steeds bovenop en verhoogt het de totale oestrogeenspiegel tijdens pieken nóg meer. Laaggedoseerd geeft dat soms al problemen, maar in een hoge dosering geeft dat juist meer klachten terwijl andere afnemen (zoals gespannen borsten, prikkelbaarheid, migraine of hoofdpijn, vocht vasthouden, aankomen in gewicht, slaapproblemen en dergelijke).

Waarom gebruiken we oestrogel in de perimenopauze?

Omdat laaggedoseerde, transdermale oestrogel in het positieve geval

  • de pieken afvlakt (door negatieve feedback op FSH en LH).
  • de dalen ophoogt, wat over het algemeen een stabiliserend netto effect geeft.
  • minder fluctuatie tot stand brengt, wat leidt tot minder klachten. Dit effect bouwt zich op en werkt beter als je cyclus echt onregelmatig of aan het wegvallen is.
  • het gemiddelde oestradiolniveau op een beter niveau brengt waardoor er geen sprake meer is van een gemiddeld tekort.

Waar gaat het onder andere mis?

Te snel starten en/of starten met een te hoge dosering en/of progesteron en receptorwerking niet in ogenschouw nemen en/of botweg ophogen kan hevige klachten veroorzaken. De dosering komt ‘er bovenop’ en kan bestaande klachten juist verergeren. Daarom is heel laag starten, de reactie van je lichaam in alle rust monitoren en daarop bijstellen altijd de beste keuze. Al dan niet met de tijdelijke inzet van ‘eerste hulp middelen’ om deze periode te verzachten. En zeker belangrijk: alle factoren die van invloed kunnen zijn, dienen te worden meegenomen in een analyse.

Alsmaar ‘ophogen’: misverstanden die ik tegenkom op de socials en soms in de praktijk

Sommige vrouwen geloven dat ze alsmaar hoger moeten in met name het gebruik van oestradiol, omdat klachten niet ‘zomaar’ verdwijnen. Of omdat hoge waarden nodig zouden zijn voor het behoud van hun gezondheid in de toekomst. ‘Ophogen, ophogen, ophogen…!’. Klachten verergeren alleen maar, waar vrouwen zich vervolgens doorheen denken te moeten worstelen. ‘Het hoort erbij, het is wennen…!’. Dit is niet waar. De overgang hoeft geen klachten te geven en HST hoort ook geen extra klachten te veroorzaken, in ieder geval geen langdurige of hevige, want dan klopt er iets simpelweg niet!

Op deze manier omgaan met bio-identieke hormoontherapie en continu een hoge waarde nastreven klopt niet met de natuur en zal een trade off (contra-reactie) geven. Uiteindelijk zullen receptoren zich moeten aanpassen aan (te) hoge waarden oestradiol, door minder sensitief te worden en in aantal te verminderen en zullen ook andere mechanismen in werking treden. Dit komt later in dit artikel aan de orde. Dat is geen gewenste situatie voor de lange termijn en voor de korte trouwens ook niet. Je wil bereiken dat je lichaam rust en balans ervaart en dat het aantal en de sensitiviteit van je receptoren in stand blijft, liefst tot je 90ste.

Je ziet ook herhaaldelijk afgenomen bloedwaardentesten voor oestradiol, met de gedachte dat de waarden niet goed genoeg zouden zijn, of niet zouden kunnen kloppen, wanneer ze hoog zijn. En vaak worden er ook inderdaad hoge waarden gemeten, in ieder geval in het bloed. Vervolgens worden die waarden naar het rijk der fabelen verwezen en zou er verkeerd geprikt zijn of sprake zijn van contaminatie. Lichaamsdelen en kleding worden extreem ontsmet vóór een prikmoment, om dat te voorkomen. En toch blijft de oestradiolwaarde hoog. Vervolgens wordt er weer opnieuw geprikt.

Er wordt hierbij geen rekening gehouden met het feit dat je eigen oestradiol in de perimenopauze extreme pieken en dalen kent. Dat de waarde ergens tussen de 50 en 3000 kan uithangen! Juist bij heftige klachten is dat ook ongetwijfeld aan de orde. De overgang zit anders in elkaar dan alleen ‘tekort’.

Bovendien zit er vaak eerder een probleem in veel te laag bruikbaar progesteron, dat in deze fase vaak ver wegzakt bij oestradiol, zeker wanneer er sprake is van chronische stress. Daar komt de misschien ongelukkige term ‘oestrogeendominantie’ vandaan, maar dat is wél wat dan ontstaat.

Het slechtste wat je kunt doen is daar 4, 5, 6, 7, 8 pompjes oestrogel bovenop leggen. Die zijn niet nodig voor je totale oestradiolniveau, nu niet en in de toekomst niet. De bloedwaarden zijn niet gecontamineerd, ze kloppen waarschijnlijk gewoon. Op uitzonderingen na, kunnen deze hoeveelheden juist aanleiding zijn voor bijwerkingen en verergerde klachten en die lijken soms ogenschijnlijk op een tekort. Constante wisselingen van toedieningsvorm en -wijze, dosering en timing geven ook bijwerkingen. Ook geven soms te hoge of lage progesterondoseringen, of een verkeerde toepassing dáárvan, bijwerkingen. En soms is er simpelweg (nog even) geen oestradiol nodig, maar bio-identiek progesteron of iets anders. Het ergste is, dat je je lichaam uiteindelijk in nog veel meer chaos duwt dan er al was. De weg terug naar rust is daarna niet altijd gemakkelijk en in mijn praktijk maak ik dat steeds vaker mee.

De eerste stap bij blijvende klachten zou niet moeten zijn ‘ophogen!’ en ‘bloedprikken!’, waarna het resultaat daarvan wordt afgewezen onder invloed van social media en vervolgens een andere arts wordt gezocht ‘die wél mee wil werken’. Ik weet heus wel dat er ‘horken van artsen’ zijn. Maar er zijn vooral ook veel niet-horken van artsen, die echt doen wat ze kunnen, in de tijd die ze hebben, met relatief nieuwe en snel veranderende kennis. En wat extra nodig is, als het niet direct simpel gaat, is soms lastig te vinden in het medische veld. En het is soms ingewikkeld. Dat begrijp ik als geen ander.

De eerste stap bij aanhoudende klachten moet zijn: zoeken naar wat er aan de hand zou kunnen zijn. Dát veranderen en dan eens kijken of dat verbetering geeft. En als je dat zelf (nog) niet kunt, doe het dan met iemand die dat wel kan. Het is de moeite waard, want je legt de basis voor rust in je lijf voor, wat mij betreft, de komende tientallen jaren. Bio-identieke hormoontherapie is geen paracetamol, waarvan je er 8 per etmaal neemt als 2 niet helpt. Het is geen quick fix in een potje. En er is geen protocol dat iedereen past. Ik maak maar zelden mee, dat een likje crème of gel binnen een week alles oplost. Het gebeurt regelmatig wel, gelukkig maar, anders zou ik nog veel meer uren per week dan ik nu al doe, mijn hoofd breken over sommige van mijn cliënten.

Ik mag hopen dat vrouwen stoppen elkaar toe te roepen dat het houden van klachten betekent ‘ophogen’ en dat hoge bloedwaarden ‘niet kúnnen’ en ‘contaminatie’ betekenen, maar adviseren een deskundige met tijd en aandacht op te zoeken, omdat er blijkbaar een niet gewenste reactie is. Of om zelf op onderzoek uit te gaan. De kennis is er immers!

Waarom je niet veel hormonen nodig hebt (een speldenknop)

Alle hormonen (niet alleen 17β-oestradiol en progesteron maar ook testosteron, cortisol, schildklierhormonen, insuline, hypofysehormonen etc.) die een vrouw in een normale, gezonde situatie op één dag produceert passen met gemak in een speldenkop.

Het totaal komt niet boven de 0,1 gram (100 mg) per dag uit. 0,1 gram hormonen is een korreltje ter grootte van een paar suiker­kristallen. Het is geen mythe. Je hele hormonale ‘dagproductie’ is minuscuul, ook al sturen ze samen gigantisch veel processen in je lichaam aan.

We gaan een stapje verder. Slechts een klein deel van al je hormonen die samen die 0,1 gram vormen, is oestradiol. In de berekening van het totaal zijn progesteron met 10-25 mg (in de luteale fase), cortisol met 10-25 mg en insuline met 40-50 mg veel beter vertegenwoordigd dan oestradiol met 0,1 – 0,5 mg!*

*De mg/dag waarden zijn gemiddelden die komen uit medisch onderzoek, maar uit verschillende bronnen en meetmethoden. Er is geen officiële tabel die precies de totale hormonale output per dag geeft en dat kan ook niet.

Het geeft aan hoe ontzéttend krachtig wéinig oestradiol werkt!

Oestradiol is in een vrouwenlichaam onontbeerlijk voor vele honderden taken. Levenslang. Die taken komen niet voor niets verderop in dit 3e artikel uitgebreid aan de orde in een opsomming. Zonder voldoende oestradiol zouden deze taken stuk voor stuk kunnen instorten, omdat je lichaam ze moeilijk of niet volledig kan blijven uitvoeren. Maar ‘voldoende’ is niet persé ‘extreem veel’.

Dit is een mooi voorbeeld van hoe de evolutie ook hormonen heeft afgesteld op hun functie. 17β-oestradiol heeft een extreem hoge potentie bij lage concentraties. Waarschijnlijk is het in de loop van duizenden jaren zo krachtig geworden omdat het:

  • Heel veel weefsels tegelijk moet aansturen en reguleren.

Het beïnvloedt voortplantingsorganen, botten, hart- en bloedvaten, hersenen, huid, immuunsysteem, etc. Met zo’n breed werkingsgebied is het efficiënt als een kleine hoeveelheid al genoeg is om overal effect te kunnen hebben.

  • Snel en krachtig moet kunnen werken.

Oestradiol speelt een sleutelrol in de timing van de cyclus en ovulatie. Als de LH-piek op het juiste moment moet komen, is een krachtige en kortdurende hormonale trigger ideaal.

  • Veiligheidsmarge tegen overstimulatie

Als je een hormoon slechts nodig hebt in microhoeveelheden, kan het lichaam snel aanmaken, reguleren en afbreken. De evolutie heeft het zo ingericht dat lage concentraties al voldoende zijn voor het beoogde effect.

Je hormonale systeem is een precisiesysteem. Met een precisiesysteem moet je ook op die manier omgaan. Ooit een antiek horloge laten repareren met een beitel en een hamer?…

Progesteron wordt onderschat en onbegrepen

Progesteron en haar werking worden onderschat in het verhaal van HST. Juist progesteron daalt 90-95% tijdens de overgang. Dat is meer dan dat 17β-oestradiol daalt. Vaak wordt progesteron gezien als slechts een noodzakelijke tegenpool, die alleen maar belangrijk is om het slijmvlies in de baarmoeder binnen de perken te houden. Als een peri- of postmenopauzale vrouw geen meer baarmoeder heeft, wordt progesteron soms niet eens voorgeschreven. Dat is een misverstand.

Wat ook een misverstand is, is dat progesteron prima kan worden vervangen door een synthetisch progestageen, zoals bijvoorbeeld een hormoonspiraal. In het kader van het slijmvlies binnen de perken houden of korte termijn klachten adresseren kan het inderdaad (tijdelijk) werken. Maar in het kader van hormoontherapie met als doel overgangsklachten te behandelen en de fysieke, mentale en emotionele gezondheid in stand te houden, nu en op de lange termijn, is het tegendeel waar.

De meeste huis-tuin-en keuken grafieken die op internet circuleren zijn onjuist. De waarden tijdens een maandcyclus, maar ook de waarden tijdens een zwangerschap worden over het algemeen niet goed weergegeven. Ter illustratie hieronder twee diagrammen. Wellicht dat dat het beeld over het belang en de rol van progesteron wat bijstelt. En tenslotte blijft het misverstand hardnekkig dat transdermaal progesteron niet voldoende ‘tegenwerking’ levert aan oestradiol. Dat dat onjuist is, is ook uitgebreid aan de orde gekomen in deze drie artikelen.

De eerste tabel verdeelt de vruchtbare cyclus in drie fasen. Het is een logschaal. Dus visueel geeft het niet bij lange na niet de werkelijke stijging weer. Dat kan niet, omdat alle waarden op de onderlijn zouden liggen in vergelijking tot de progesteronstijging in de derde fase. Waar het om gaat, is inzichtelijk maken hoe groot de rol van progesteron is én hoe krachtig weinig oestradiol is.

De tweede tabel is de productie van progesteron en 17β-oestradiol in grammen tijdens de zwangerschap. Zoeken naar cijfers op internet geeft grote variatie. Er zijn geen absolute cijfers. Maar er is wel een ‘indicatie’ en die laat voldoende zien.

Een overweging.Vrouwen waren tot honderd jaar geleden met gemak zes tot twaalf keer zwanger in hun leven. Als deze jarenlange, hoge oestradiol- en progesteronwaarden niet leiden tot gezondheidsproblemen (en veel meer kanker), hoe zouden laaggedoseerde, bio-identieke hormonen dan voor problemen kunnen zorgen? Het zal voorlopig een ingewikkeld onderwerp blijven, maar feit is in ieder geval dat minder fluctuaties en voldoende aanwezigheid van 17β-oestradiol positief uitwerkt op je gezondheid. Of dat nu in je lichaam wordt aangemaakt of bio-identiek wordt toegevoegd.

2025.08.16 Regien Theuns ~ balancetouch.nl en leefjeleveninbalans.nl